De markt voor traditionele accountantskantoren wordt krap. Een accountant heeft gemiddeld 7 dagen werk te besteden aan één klant. Dat moet tot wel 4 keer sneller kunnen, wil de branche kunnen overleven.
Klanten zoeken nu al alternatieven voor de administratie en zetten de tarieven verder op scherp. Geen wonder dat accountants zich met branchevreemde activiteiten inlaten.
Allereerst enkele cijfers die in ieder geval in elk accountantskantoor stof tot discussie moeten opleveren.
De markt voor controlerende werkzaamheden komt steeds meer in handen van de grote accountantskantoren. Weliswaar hebben van de 3.600 accountantskantoren 338 een vergunning om controles uit te voeren, maar dit worden er steeds minder. Vooral kleinere kantoren hebben moeite om aan de gestelde regelgeving rondom de vergunning te voldoen, in relatie tot het aantal wettelijke controles dat ze kunnen uitvoeren.
Een vergunning hebben en houden kost bovendien een lieve duit, en hoewel controles zeer lucratief kunnen zijn, loont dit toch voor veel kantoren niet. ‘Er zijn legio, vooral kleinere kantoren, met maar een beperkt aantal controleklanten en dan loont het gewoon niet’, zegt Bert Calatz, die accountants begeleidt in het aanleren van commerciële vaardigheden. Calatz verwacht dat het aantal kantoren dat controles uitvoert binnen een jaar zal zijn geslonken tot 300.
Het merendeel van de 1,7 miljoen bedrijven in Nederland wordt bediend door de overige ruim 200 accountantskantoren zonder vergunning en door 12.000 administratiekantoren.
Voor zover ze zich niet bezig houden met de wettelijk verplichte controle van de jaarrekening van organisaties, leveren accountants andere diensten. Soms gaat het om controleactiviteiten die niet wettelijk verplicht zijn. Calatz spreekt van een ‘grijs gebied’: ‘Ondernemingen die hun cijfers vrijwillig, dan wel aangepraat, dan wel opgedrongen door de financier, laten controleren door een accountant.’
Vaak ook gaat het om een controle die voorafgaat aan het deponeren van een uitgebreide jaarrekening bij de Kamer van Koophandel. Calatz: ‘Accountants doen vaak alsof dat moet, terwijl dat zelden het geval is. Ruim 90% van de BV’s is een zogeheten ‘micro-entiteit’, waar geen (wettelijke) controleregels voor gelden en slechts een beperkte publicatieplicht geldt.’
Calatz denkt niet dat dit ‘grijze gebied’ accountants veel toekomstperspectief biedt. ‘Ondernemers zijn hoe langer hoe kritischer. Een accountant komt steeds moeilijker weg met overbodige dienstverlening.’ Perspectief zou misschien nog wel kunnen liggen in administratieve dienstverlening: administraties bijhouden en rapportages opstellen. Maar ook dan moet de toegevoegde waarde wel helder zijn. Calatz schat in dat hooguit 700.000 ondernemingen commercieel gezien werkelijk interessant zijn voor de accountantskantoren. En zelf deze groep bestaat voor het overgrote deel uit bedrijven tot 10 fte. ‘Nederland is nu eenmaal een land vol met vooral kleine bedrijven, waarbij het aantal ZZP’ers de laatste jaren lijkt geëxplodeerd. Het overgrote deel van deze ZZP’ers heeft zo weinig administratie dat er logischerwijs weinig tot niets aan wordt uitgegeven. En door de voortschrijdende automatisering zal dit branchebreed eerder minder dan meer worden.’
Bij de 3.600 accountants- en de 12.000 administratiekantoren in Nederland werken volgens de KvK en het CBS ongeveer 25.000 voltijds medewerkers (FTE’s).
Die 25.000 mensen vechten met z’n allen dus om 700.000 potentiële opdrachtgevers. ‘Dus per FTE zo’n 28 beschikbare klanten’, rekent Calatz voor. Dat was 10 jaar geleden misschien nog veel. Een voltijds medewerker kon destijds hooguit de administratie bijhouden van 20 tot 30 bedrijven. Maar nu is dat structureel veranderd. ‘Per fte gaat het nu om veel te weinig klanten om te overleven’, zegt Calatz. ‘Goed geautomatiseerde kantoren kunnen zonder probleem 50 klanten per fte bedienen. En het worden er steeds meer. Sommige kantoren zitten al aan 100 klanten per fte. Het kan anders gewoon niet uit. Zeker niet als je de concurrentie moet aangaan met die 12.000 administratiekantoren.
Logisch dus dat veel accountantskantoren ook advies aanbieden. Fiscaal advies, bijvoorbeeld. De cijfers die de accountant verzamelt dienen tenslotte ook als basis voor de belastingaangifte. Of financieel advies – volgens het Nationale Accountancyonderzoek (na fiscaal advies) het meest gevraagd door ondernemers.
Maar zonder slag of stoot gaat dat meestal niet, want een accountant is lang niet altijd geschikt als adviseur. Maar het kan dus wel, zeker als een accountant bovenop de cijfers zit en allerlei operationele informatie weet aan te wenden, zegt Calatz. Een voorbeeld? ‘Ik kan me voorstellen dat een ondernemer een wagenpark heeft. Cijfers over de kosten daarvan liggen her en der verscholen in de administratie. Maar een accountant kan ze makkelijk bij elkaar zoeken en kijken of de ondernemer niet goedkoper uit zou zijn met een leasecontract. Reken maar dat de ondernemer dankbaar is als blijkt dat hij tienduizenden euro’s kan besparen door te gaan leasen. En reken maar dat hij er een paar duizend euro aan advieskosten voor over heeft. Al heeft de accountant er maar een half uur over gedaan om de cijfers op een rij te zetten.’
Kies de meest gebruikte accountancy software en je bent met één pakket klaar om jouw klanten maximaal van dienst te kunnen zijn! Je werkt met betrouwbare data vanuit één database en krijgt grip op wetgeving zoals de AVG, WWFT en het UBO register. Met talloze controles denkt de software met je mee om fouten te voorkomen. Wel zo fijn toch?